Sommige mensen ervaren prikangst, je wilt niets met naalden te maken hebben. Maar wat nou als de huisarts je doorverwijst naar het ziekenhuis om bloed te laten prikken of als jij je een vaccinatie wilt halen? Met deze zeven tips kan jij je prikangst overwinnen.
Tip 1. Verdovende pleister
Als je een prik als pijnlijk ervaart kun je er voor kiezen om gebruik te maken van een verdovende pleister. De prik is dan vrijwel pijnloos. Het is eenvoudig zelf aan te brengen en het is verkrijgbaar in iedere apotheek.
Tip 2. Deel je angst met naasten
Wanneer je last hebt van prikangst doe je er goed aan om hierover te praten met familie of vrienden. Ze kunnen jou proberen te geruststellen en hun ervaringen delen. Je kan ook vragen of iemand met je mee wilt indien dit toegestaan is.
Tip 3. Informeer je verpleegkundige over je prikangst
Informeer voordat je je prik krijgt de persoon die je prikt over jouw angst. Vaak is dit een verpleegkundige maar dit kan ook een dokter of arts zijn. Zij hebben ervaring met mensen die prikangst ervaren en kunnen ervoor zorgen dat jij je meer op je gemak voelt.
Tip 4. Kijk niet naar de naald
Als het moment aanbreekt dat er daadwerkelijk geprikt gaat worden kijk dan de andere kant op. Als je naar de naald gaat kijken zullen dit alleen maar je angstgevoelens versterken waardoor je mogelijk afziet van de prik die mogelijk hard nodig is.
Tip 5. Denk aan leuke dingen
Zodra je in je stoel gaat zitten en de verpleegkundige hebt geïnformeerd kun je je ogen sluiten en gaan denken aan alle leuke dingen in je leven. Je krijgt een positiever gevoel en je angst neemt af.
Tip 6. Focus op je ademhaling
Probeer tijdens het prikken op je ademhaling te letten. Adem diep in en uit en luister naar je ademhaling. Zorg er verder ook voor dat je ontspannen bent. Vermijd stressvolle situaties voordat je prik plaatsvindt. Indien je niet nuchter geprikt hoeft te worden is het ook belangrijk dat je goed eet en water drinkt.
Tip 7. Zoek professionele hulp
Als je alle zes tips hebt geprobeerd maar geen verbetering ervaart kun je contact opnemen met de huisarts voor verdere hulp. Mogelijk kan een gesprek met een praktijkondersteuner je positief beïnvloeden. In ernstige gevallen kan er mogelijk ook kalmerende medicijnen worden gegeven.